verzekering

Waarom jonge bestuurders beter een verzekering op eigen naam nemen

Soms kiezen jongeren ervoor om rond te rijden met hun auto die verzekerd is op naam van hun ouders. De premie ligt dan immers wat lager.

Maar wat als zoon- of dochterlief vaker met de auto rijdt dan de ouders?

Dan is het wettelijk verplicht om dit aan de verzekeraar te laten weten en de jongere als hoofdbestuurder te vermelden in het contract. Kiest u toch voor een polis op uw naam en staat uw zoon of dochter daarin niet als hoofdbestuurder vermeld, dan heeft de verzekeraar het recht om in geval van een ongeval:

  • de schade aan het verzekerde voertuig niet te vergoeden en de betaalde premies toch te houden;
  • de schade aan derden te vergoeden, maar nadien de vergoeding integraal van u terug te eisen!

Enkele tips

  • Is uw zoon of dochter de voornaamste bestuurder van een auto? Dan is een verzekering BA Auto op zijn of haar naam nodig omwille van bovenvermelde redenen.
  • Rijdt de zoon of dochter voorlopig maar af en toe met de auto? Dan kan hij/zij als gewone of occasionele bestuurder worden toegevoegd aan de autoverzekering van de ouders. De jaren rijervaring tellen dan mee bij de latere bonus-malusberekening en dat biedt de mogelijkheid om sneller BM -2 voor het leven te bereiken.

Soms wordt de verzwijging van de correcte gebruikelijke bestuurder ook toegepast voor die personen die geen verzekering meer kunnen krijgen of voor wie de premie door eerdere ongevallen te hoog geworden is

Opgelet! Elke wijziging in het contract doorgeven!

Ook andere wijzigingen die het risico kunnen beïnvloeden dienen steeds aan de maatschappij te worden doorgegeven. Een concreet voorbeeld is het chiptunen of elektronisch opdrijven van het vermogen van een wagen.

verzekering

Verzekering voor elektrische fietsen: BA Familiale of BA Auto?

Elektrische fietsen zijn in. Bovendien komen er meer en meer nieuwe modellen op de markt en stijgt het aantal ongevallen met elektrische fietsen.

Is schade aan derden door een elektrische fiets verzekerd in BA Familiale of moet men een BA Auto onderschrijven?

Een veel gestelde vraag, vooral omdat de wetgeving niet altijd duidelijk is.

Type hulpmotor: het sleutelelement!

  • Gaat het om een elektrische fiets met een hulpmotor die wordt onderbroken als u stopt met trappen? Dan is die elektrische fiets geen motorrijtuig waarvoor een wettelijk verplichte motorrijtuigenverzekering nodig is. De fiets kan niet worden gezien als een motorrijtuig omdat er moet worden getrapt om vooruit te komen. Schade aan derden zal in dat geval worden vergoed door de BA Familiale.
  • Gaat het om voertuigen die, zonder te trappen, alleen door middel van de motor kunnen voortbewegen? Dan betreft het wel een motorrijtuig en is een BA autoverzekering nodig.

! Merk op dat de wet niet spreekt over het type van mechanische kracht (er dient dus geen onderscheid te worden gemaakt tussen de verschillende aandrijvingskrachten, dus ook elektrische motoren komen in aanmerking), noch over een maximale snelheid.

Wie veel fietst, al dan niet elektrisch, houdt ook rekening met mogelijke valpartijen zonder dat iemand anders hier bij betrokken is. Om dat risico goed te verzekeren bestaan er individuele ongevallenverzekeringen of collectieve polissen wanneer je bij een club bent aangesloten.

Sommige verzekeraars bieden verzekeringspakketten aan voor fietsers, met daarin ook dekkingen voor schade of diefstal.

Rijbewijs? Inschrijving? Helm?

Als u dit ‘voertuig’ koopt, moet u de technische eigenschappen goed bekijken om te weten of het voertuig dient ingeschreven te worden, of een rijbewijs vereist is, of men een helm moet dragen,…

Specifieke vragen hierover?  Contacteer ons gerust, we helpen u graag verder

 

Bron www.assuralia.be

 

“Voortbewegingstoestellen” hebben sinds 2007 een statuut. En dus een eigen plaats ten opzichte van uiteenlopende reglementeringen zoals het verkeersreglement, de toepasselijke verkeersregels, het rijbewijs, de inschrijving en de homologatie op technische vlak.  Lees de volledige publicatie

sparen

Dossier aanvullend pensioen. Wat waarborgt de betrouwbaarheid van een verzekeringsonderneming?

Via beleggingen, voorrechten, een verplichte solvabiliteitsmarge en toezicht door de overheid organiseert de wet een arsenaal aan waarborgen ten voordele van het publiek.

De waarborgen die verzekeraars doorgaans vormen bestaan uit oordeelkundig gespreide beleggingen, in de eerste plaats voor meer dan 75 % in de vorm van hoogwaardige staatsobligaties – te beginnen bij Belgische – en obligaties uitgegeven door vooraanstaande ondernemingen, en meer bijkomstig participaties, aandelen, onroerende goederen en hypothecaire leningen. De regelgeving bepaalt dat de waarde van die beleggingen de waarde moet dekken van de verbintenissen ten aanzien van de verzekerden en rechthebbenden. Algemeen geldt zelfs dat de waarde van de beleggingen die van de verbintenissen van de verzekeraar overstijgt. Deze tegoeden vormen de tegenhanger van de schuld van de verzekeraars ten aanzien van de verzekerden en rechthebbenden. Die hebben het statuut van bevoorrechte schuldeisers en zullen dus als eerste vergoed worden bij vereffening van een onderneming.

De verzekeraars moeten, naast de beleggingen die berekend zijn op basis van hun verbintenissen, een bijkomende marge vormen – een veiligheidsbuffer – die aan die tegoeden toegevoegd wordt: de vrije eigen middelen, die deze solvabiliteitsmarge vormen, hebben een gemiddelde waarde die ruim twee keer zo groot is als de wettelijk vereiste solvabiliteitsmarge.

De verzekeraars ondergaan ten slotte ook weerstandstests die meten in welke mate ze in staat zijn om schommelingen op de financiële en vastgoedmarkten op te vangen, zeker in het licht van de nakende inwerkingtreding van de nieuwe solvabiliteitsregels die meer dan ooit uitgaan van een zorgvuldig risicobeheer.

Bovendien geniet iedere verzekerde die gedekt is door een Belgische individuele levensverzekering een bescherming van het bijzonder beschermingsfonds (de Staat) ten belope van maximum 100.000 euro.

Wat betreft de groepsverzekeringen legt artikel 30 van de wet op de aanvullende pensioenen de gevolgen van een eventueel faillissement van de verzekeraar bij de werkgever. Loontrekkenden en rechthebbenden zijn aldus beschermd.

bron www.assuralia.be

Tab Vn

12 vraagjes vóór u achter het stuur gaat zitten.

Vertrekt u op vakantie met de wagen? Hieronder stellen wij u een twaalftal kleine vraagjes waarmee u zal kunnen nagaan of u klaar bent voor het vertrek.

Sommige vragen zullen u misschien doen glimlachen, maar ze komen wel degelijk overeen met problemen waarmee heel wat autobestuurders te kampen hebben. Geregeld monden die problemen uit in noodoproepen die door de bijstandscentrales worden opgevangen!

1- Kent u de betekenis van de controlelampjes op de dashboard van uw wagen?

Heel wat autobestuurders kennen ze niet allemaal (in het bijzonder de controlampjes die op een gevaar wijzen!) en weten niet hoe ze moeten reageren wanneer die lampjes beginnen te knipperen (Bvb. batterijprobleem, te lage oliepeil, koelvloeistoffen, druk autobanden, ?)

Tip: Neem de tijd om de handleiding van uw wagen te overlopen waarin u alle nodige en nuttige uitleg over de controlelampjes zult vinden.

Doe dit ook indien u een huurwagen bestuurt die u niet kent.

2- Hebt u de staat en de druk van de autobanden nagekeken?

De autobanden zijn één van de meest belangrijke onderdelen die bepalend zijn voor uw veiligheid en die van de andere weggebruikers. Kijk de staat van uw autobanden na en aarzel niet om ze te vervangen indien ze versleten zijn. Kijk ook de bandenspanning na. De aanbevolen druk van de banden hangt immers af van de lading van het voertuig.

Onze film toont u hoe u de staat van uw banden controleert.

3- Kent u het type brandstof van uw voertuig?

Let erop u niet te vergissen wanneer u in het buitenland tankt: de referentiekleuren op de pomp en de benaming van de brandstoffen zijn niet altijd dezelfde als in België!
Weet u ongeveer hoeveel km u kan afleggen met een volle tank? Denk tijdig aan de tankbeurt. Blijven rijden met de hoop verderop een goedkopere tankstation te vinden, kan riskant zijn!

4- Hebt u het oliepeil gecontroleerd?

Het oliepeil is van kapitaal belang voor de goede werking van uw voertuig. Kijk in onze film hoe u het oliepeil gemakkelijk kunt controleren.

5- Hebt u het reservoir gevuld van de ruitensproeiers?
Zijn uw ruitenwissers niet versleten?

Niets is vervelender dan een vuile autoruit die men niet kan schoonmaken?

6- Weet u waar uw reservewiel zich bevindt?

Weet u welk type wiel het is?  Weet u waar uw krik zich bevindt? Steeds minder wagens beschikken over een reservewiel, of hebben een wiel waarmee ze slechts een beperkt aantal kilometers mogen afleggen.

 7- Weet u waar uw veiligheidsdriehoek zich bevindt? Kan u er gemakkelijk aan?

De veiligheidsdriehoek is onontbeerlijk om de andere weggebruikers te melden dat uw voertuig een technisch probleem heeft. Het komt er dus op aan om er gemakkelijk aan te kunnen. Verstop de driehoek niet op een moeilijk bereikbare plaats onder een berg zware bagage.

8- Weet u waar uw verbandtrommel zich bevindt?

Een verbandtrommel kan heel nuttig zijn in geval van kwetsuren. Controleer de inhoud vóór uw vertrek.

9- Hebt u het aanbevolen of verplichte materiaal in functie van de landen die u zal bezoeken?

(Rode achtergrond = verplicht, blauwe achtergrond = aanbevolen)

Tab Vn

(*) De voertuigen die in Spanje zijn ingeschreven, moeten beschikken over twee veiligheidsdriehoeken

Vergeet ook niet een zaklampje mee te nemen?

10- Beschikt u over de onmisbare boorddocumenten (grijze kaart, groene kaart, gelijkvormigheidsattest van het voertuig)?

Vergeet uw (internationaal) rijbewijs niet.

11- Beschikt u over enkele exemplaren van het Europees Aanrijdingsformulier?

Weet u hoe u zich moet gedragen bij een verkeersongeval en hoe u het Europees Aanrijdingsformulier moet invullen?
Hebt u iets bij de hand om het formulier in te vullen?

12- Hebt u informatie ingewonnen over de specifieke verkeersregels?

Kent u de verkeersregels van het land/de landen die u zal doorkruisen (maximumsnelheid op (autosnel)wegen, toegelaten alcoholgehalte, voorrangsregels, regels inzake parkeren (parkeerschijf),gebruik van kruislichten, gebruik van GSM of radarverklikkers, tolwegen, kinderzitjes, ?)?

De officiële instanties of toeristische vertegenwoordigingen van de betrokken landen zullen u de nodige inlichtingen kunnen geven.

 Zie ook onze film met tips over de voorbereiding van de wagen.

 

 

Bron www.europ-assistance.be

verzekering

Ik ga op pensioen en wil de hospitalisatieverzekering die ik via mijn werk had individueel verder zetten. Kan het dat de premie hoger is en de dekking minder uitgebreid?

Wanneer je op pensioen gaat, of bijvoorbeeld van werk verandert, kan je de hospitalisatieverzekering van het werk op individuele basis verder zetten, op voorwaarde dat je de laatste twee jaar onafgebroken aangesloten was bij een hospitalisatieverzekering. Dat hoeft niet per se de hospitalisatieverzekering van de werkgever te zijn waarbij je vertrekt. Ook een hospitalisatieverzekering die eerder bij een andere werkgever of individueel bij een private verzekeraar had, telt mee. Als je aan die voorwaarden voldoet, kunnen ook je eventueel aangesloten gezinsleden de verzekering individueel verderzetten.

Moet ik een medische vragenlijst invullen of onderzoeken ondergaan?

Je hoeft geen medische vragenlijst in te vullen als je van een collectieve naar een individuele hospitalisatieverzekering verandert bij dezelfde verzekeraar, op voorwaarde dat je dat doet binnen de termijnen die de wet vastlegt (zie hieronder).

Verslechterde jouw gezondheidstoestand tijdens de periode waarin je aangesloten was via het werk, dan nog is dat op zich voor de verzekeraar geen reden om de dekking te verminderen of de premie te verhogen.

Welke premie zal ik moeten betalen?

Meestal zal de premie voor de individuele voortzetting hoger zijn dan wat je bijdroeg voor de verzekering van jouw werkgever. Daarvoor zijn er verschillende redenen mogelijk, bijvoorbeeld:

  • Wanneer je via het werk verzekerd bent, berekent de verzekeraar een premie om een grote groep van jongere en oudere werknemers te verzekeren. Wanneer je de verzekering van je werkgever voortzet met een eigen verzekering kan de verzekeraar zich niet meer richten op de leeftijd van de “groep”, maar moet hij bij de premieberekening rekening houden met jouw eigen leeftijd: als je inmiddels wat ouder bent, nemen ook de kosten voor medische verzorging toe.
  • Wanneer je via het werk verzekerd bent, betaalt de werkgever heel vaak een groot stuk van de verzekeringspremie. Dat valt weg wanneer je de verzekering van je werkgever voortzet met een eigen verzekering, waardoor de premie hoog lijkt uit te vallen ten opzichte van wat je eerder bijdroeg.

Tip! Je kan je hierop voorbereiden tijdens je loopbaan door een zogenaamde ‘wachtpolis’ te onderschrijven. Je betaalt dan een premie in functie van de leeftijd waarop je instapt met als doel om de premie van de hospitalisatieverzekering bij een individuele voortzetting minder sterk te laten stijgen. Je kan eventueel ook vragen of je een minder uitgebreide dekking kan krijgen. Meer informatie hierover vind je bij de hospitalisatieverzekeraar.

Op welke dekkingen heb ik recht?

Het kan gebeuren dat de dekking wat verandert nu je overstapt naar een individuele verzekering. De individuele verzekering zal wel gelijkaardige waarborgen bevatten als de verzekering die je via het werk had. Volgens de wet gaat het over gelijkaardige waarborgen wanneer die individuele verzekering:

  • dezelfde kamerkeuze voorziet (bv. de terugbetaling in een eenpersoonskamer);
  • een terugbetalingsformule hanteert die op basis van dezelfde basiscriteria werkt (bv. voorzien in een forfaitaire tegemoetkoming, een volledige terugbetaling dan wel een terugbetaling van een percentage van wat het wettelijke stelsel dekt);
  • al dan niet ambulante kosten ten laste neemt binnen een zekere termijn voor en na een hospitalisatie;
  • al dan niet ambulante kosten terugbetaalt die verband houden met zware ziekten.

Welke termijnen moeten ik, mijn werkgever en de verzekeraar naleven?

Je werkgever moet je binnen de 30 dagen na het verlies van de aansluiting in de collectieve hospitalisatieverzekering inlichten over de mogelijkheid tot het individueel verderzetten ervan.

Vanaf dat ogenblik heb jij 30 dagen de tijd om aan de verzekeraar te laten weten of je de hospitalisatieverzekering individueel wil verderzetten. Deze termijn kan je, als je dat vraagt, nog verlengen met 30 dagen. Hoe dan ook vervalt het recht op individuele voortzetting altijd 105 dagen na het verlies van de collectieve verzekering.

Daaropvolgend heeft de verzekeraar 15 dagen de tijd om jou een aanbod te doen, waarop jij opnieuw 30 dagen de tijd hebt om dit voorstel te aanvaarden.

Vragen of vrijblijvende informatie hierover? Contacteer ons gerust!

bron www.assuralia.be